Stichting Christenen voor Onderwijsvrijheid staat pal voor de verworvenheden van Grondwet artikel 23:
“het geven van onderwijs is vrij”
Nederland is van oudsher een land dat als geen ander heeft begrepen wat deze vrijheid betekent.
Wij stellen nadrukkelijk dat herinterpretaties en lezingen die afwijken van oorspronkelijke bedoeling van dit grondwetsartikel schadelijk zijn voor de Nederlandse samenleving in zijn geheel en eisen dat de Nederlandse Overheid de reikwijdte van de verworven vrijheden nauwgezet bewaakt.
Godsdienstvrijheid en Onderwijsvrijheid zijn in Nederland nauw aan elkaar verwant, het een kan niet bestaan zonder het ander. Om deze reden staan wij als Christenen voortdurend op de bres voor de onderwijsvrijheid in Nederland en hechten wij er zeer aan dat onze grondwettelijk bevestigde rechten ten volle bekrachtigd zijn en blijven.
“Het geven van onderwijs is vrij.”Grondwet artikel 23
Onderwijsvrijheid – de erfenis van het Koninkrijk der Nederlanden
Onder alle landen in de wereld staat Nederland sinds lang bekend om haar welvaart, politieke stabiliteit, en de erkenning van ieders recht op een eigen geloofsovertuiging. Vrijheid van onderwijs is één van de belangrijkste pijlers waarop ons land is gebouwd, en een logisch gevolg van de ontwikkelingen die ons land sinds de Verlichting heeft doorgemaakt. Hieronder een schets van enkele factoren van belang.
Nederland is van oudsher een christelijk land
De vrijheid van onderwijs in Nederland is voor een belangrijk deel geworteld in haar rijke christelijke verleden. De verdienste van de Schoolstrijd, in 1917 beëindigd door de pacificatie en het ontwerp van Artikel 23 van de Grondwet, is dat Nederland naast haar openbare scholen een dubbel zo grote hoeveelheid ‘bijzondere scholen’ kent die krachtens de Grondwet gelijke aanspraak mogen maken op bekostiging door de overheid. Van de ongeveer 6500 basisscholen die Nederland rijk is, zijn er ruwweg 2200 openbaar, 2000 Katholiek en 2000 Protestants (incl. Reformatorisch, Gereformeerd en Evangelisch).
Nederland is een pluralistisch land
In de 21e eeuw staat Nederland wereldwijd bekend als land waar verschillende meningen en levensbeschouwingen naast elkaar bestaan zonder elkaar te bijten. De inmiddels sterk geslonken christelijke gemeenschap ziet zich omringd door bevolkingsgroepen van allerlei andere levensovertuigingen, en dit heeft in de praktijk gezorgd voor nieuwe uitdagingen, met de bijbehorende politieke en morele discussies. Overigens niet alleen op het vlak van levensbeschouwing is Nederland pluralistisch: ook op het maatschappelijke vlak hebben zich belangrijke ontwikkelingen voltrokken, zoals gelijke toegang tot de arbeidsmarkt voor mannen en vrouwen (met parttime banen, werkende moeders en huisvaders) en toegenomen onafhankelijkheid en individualisme van de burger. Ook in het onderwijsstelsel is de weerspiegeling hiervan zichtbaar.
Nederland is een kenniseconomie
In de periode na de Tweede Wereldoorlog is Nederland ontwikkeld van een geïndustrialiseerd land naar een kenniseconomie. Het recht van kinderen op onderwijs als basis voor de toekomst werd steviger verankerd in de wetten, de participatie in het hoger en wetenschappelijk onderwijs nam explosief toe, en Nederland bleef erin slagen om op het internationale toneel mee te tellen in innovatie, onderzoek en export van kennis. In ons land is elke burger zich er inmiddels van bewust dat kennis en vakopleiding belangrijke ingrediënten zijn voor een zelfstandig volwassen leven.
Nederland is een land van godsdienstvrijheid
Nederland gunt haar burgers vele fundamentele rechten en vrijheden. Zo staat godsdienstvrijheid in Nederland zeer hoog in het vaandel. Dat betekent dat inwoners van Nederland het recht hebben op hun eigen levensbeschouwing zoals ook is geformuleerd in de Universele verklaring voor Rechten van de mens: “…het recht op vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van geboden en voorschriften.” Wij als Stichting ‘Christenen voor Onderwijsvrijheid’ onderstrepen de rechten en vrijheden die voortvloeien uit de godsdienstvrijheid.
Nederland is een land van onderwijsvrijheid
De vrijheid van onderwijs zoals we die in Nederland kennen, is van oorsprong gestoeld op de godsdienstvrijheid. Grondwet Artikel 23, lid 2 zegt: “Het geven van onderwijs is vrij”. Dit grondwetsartikel was de kroon op het werk van vele voorvechters van goed onderwijs, zowel ‘neutraal’ (openbaar) als levensbeschouwelijk gekleurd. In Nederland is het bijzonder onderwijs, waarbij het aanstellings- en toelatingsbeleid en de keuze van lesmethoden mogen worden onderworpen aan een specifieke levensovertuiging, grondwettelijk gewaarborgd en gerechtigd tot dezelfde financiele ondersteuning als het openbaar onderwijs. Dit zogenaamde “duale bestel” is in vergelijking met vele andere landen een luxe. Ouders in Nederland hoeven zich bij schoolkeuze doorgaans geen zorgen te maken over extra kosten voor onderwijs dat bij hun levensovertuiging past.
De ultieme onderwijsvrijheid: vrijstelling van de schoolplicht
Het beste bewijs van onderwijsvrijheid is dat in Nederland, wanneer een bijpassende school niet voorhanden is, ook de mogelijkheid bestaat om vrijgesteld te worden van de schoolplicht. Dit betekent niet dat kinderen dan niet onderwezen hoeven te worden; ouders hebben immers volgens het Burgerlijk Wetboek (1:247) de plicht om de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind te bevorderen, dus ze zullen moeten voorzien in onderwijs. Door deze wettelijke mogelijkheid op vrijstelling komt het in Nederland niet voor dat ouders hun kinderen moeten toevertrouwen aan een schoolomgeving die niet overeenkomstig hun levensovertuiging is. Dit was de expliciete bedoeling van de Grondwetgever: het onderwijs dat gegeven wordt behoort toe aan de vrijheid van de ouder, en diens levensovertuiging is van doorslaggevend belang.
Bewustmaken
Verbeteren en vergroten van het maatschappelijk bewustzijn van de inhoud en het belang van onderwijsvrijheid.
Duiden
Publiceren van en verwijzen naar wetenschappelijke verhandelingen en opiniestukken op historisch, politiek en juridisch vlak, die de doelstellingen van de stichting en het maatschappelijk belang van onderwijsvrijheid onderschrijven.
Verbinden
Optreden als verbindend orgaan tussen politieke en maatschappelijke organisaties alsook gezinnen en individuen die de principiële standpunten van de stichting onderschrijven.
Bewaken
Bewaken van een zuivere definitie en de politieke en wettelijke invulling van het begrip onderwijsvrijheid en de maatschappelijke uitwerking ervan.
Bevorderen
Versterken van het ouderrecht en de positie van het gezin in de uitoefening van het recht op vrijheid van onderwijs.
Signaleren
Signaleren van de schending van de rechten die voortvloeien uit onderwijsvrijheid.
Bijstaan
Bijstaan van mensen die een strijd moeten leveren voor hun persoonlijke vrijheid van onderwijs, in raad en daad.